Jaarrapportage 2018

EMU-saldo

Het EMU-saldo van de waterschappen wordt bepaald door de netto investeringsuitgaven, de bruto-uitgaven minus de te ontvangen investeringssubsidies en andere bijdragen van derden.

In onderstaand overzicht wordt het begrote saldo afgezet tegen de realisatie.

(bedragen x € 1 miljoen)

EMU-saldo

Realisatie
2017

Begroting
2018

Realisatie
2018

Verschil

a

b

c

c-b

EMU/exploitatiesaldo

Bruto resultaat (voor onttrekking bestemmingsreserve)

1,1

-2,0

-8,5

-6,5

Invloed investeringsuitgaven

Netto investeringsuitgaven

-58,3

-54,9

-44,4

10,5

Verkoop van materiële en immateriële activa

0,1

Afschrijvingen

33,4

36,0

36,0

0,0

Invloed reserves en voorzieningen

Toevoegingen aan voorzieningen en 'onvoorzien' t.l.v. exploitatie

1,1

0,5

0,8

0,3

Onttrekkingen aan voorzieningen en 'onvoorzien' t.b.v. exploitatie

-0,3

0,0

0,0

Betalingen rechtstreeks uit voorzieningen

-0,5

-0,5

-1,3

-0,8

Toevoeging rechtstreeks aan voorzieningen

0,0

Aandeel EMU-saldo gemeenschappelijke regeling

NBK (47,4%)

Waterschapshuis (4,9%)

Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)

EMU saldo

-23,4

-20,9

-17,4

3,5

Referentiewaarde (toelaatbaar EMU te kort)

-21,1

-21,1

-21,1

Zoals uit het overzicht blijkt is de EMU referentiewaarde in 2018 niet overschreden. De EMU-waarde is lager dan begroot. Dit is een gevolg van lagere netto uitgaven op investeringen dan begroot. De lagere netto uitgaven op investeringen is met name een gevolg van het feit dat de afronding van projecten in 2017 is hoger geweest dan begroot (er zijn dan minder projecten in uitvoering geweest dan oorspronkelijk begroot). Ook blijven de geraamde uitgaven voor 2018 achter omdat de uitvoering van het project Lauwersmeerdijk nog niet is gestart en door een niet geslaagde aanbestedingsprocedure (rwzi Harlingen). Ook is meer voorbereidingstijd nodig voor de gebiedsgerichte aanpak van de opgaven in deelsysteemprojecten.

ga terug